Backpacken Laos: langs tempels en watervallen

 

In deze Laos-blog lees je alles over een onvergetelijk avontuur waarin we backpacken door Laos! Dit bosrijke land in Indochina leent zich perfect voor een korte stop van een week of een paar dagen tijdens een langere reisroute door Zuidoost-Azië. Zo ook wij: op het moment van schrijven zijn we op de helft van een jaar lang durende wereldreis. Samen met Suus beland ik in Laos na omzwervingen door China, Vietnam, Cambodja, Thailand, Nieuw-Zeeland, Australië, Japan en Zuid-Korea, maakten we de afgelopen weken een rondje door Myanmar. Je kunt op deze landen klikken om meer te zien/lezen over de hele route! Overigens kun je natuurlijk ook gewoon twee weekjes vrij nemen voor een complete Laos vakantie.

Nu dus snel verder, want de sneltrein aan levens-veranderende ervaringen gaat maar door. Vanaf Yangon, de grootste stad van Myanmar, pakken we de bus naar Thailand. Goed om te weten: de busverbindingen in dit deel van de wereld zijn fantastisch! In een uurtje of vijf zijn we bij de grens. Vanaf de grensplaats Mae Sot kun je in één flinke reisdag al naar Chiang Rai, de grootste stad bij de grens met Laos. Reis je vanaf Bangkok naar Laos? Dan kun je een prachtige treinroute naar het noorden maken met stops in koningsstad Ayutthaya, safarigebied Khao Yai en de culturele hoofdstad Chiang Rai. Maar nu dus meer over de reis door Laos, het land van de bergstammen, de kloosters, de monniken, de meest afgelegen dorpjes en de prachtige natuur!

Backpacken in Laos begint in Luang Prabang, de culturele hoofdstad.
Suus geniet van een opvallend rustige dag in het prachtige Luang Prabang

Met de slowboat over de Mekong

Het is een uur of zeven ’s avonds als we vanaf het Thaise plaatsje Chiang Kong de tuk-tuk pakken naar de Laotiaanse grens. Er is geen hond. Letterlijk en figuurlijk; gezien de hoeveelheid straathonden in Zuidoost-Azië is dat best bijzonder. We vullen wat papierwerk in, krijgen ons visum overhandigd van de douanier en zien ondertussen de zon in sneltreinvaart naar beneden donderen. Waar het nog licht was in Thailand, is het al pikdonker in Laos. Daar lopen Suus en ik dan, twee onvoorbereide backpackers, in een verlaten niemandsland met wat statige grensgebouwen. Een groot verschil tussen Noord-Thailand en Laos is dat het een stuk rustiger is op straat, iets om rekening mee te houden! Hoe moeten we verder?

Het is doodstil; er is letterlijk tot aan de horizon niemand te zien. We lopen wat heen en weer over straat, hopen tegen beter weten in dat er nog een taxichauffeur verdwaald is en ons op komt pikken; maar het lijkt erop dat we een probleem hebben. Overnachten op de stoep van een verlaten grensgebied onder een Laos-vlag, bij gebrek aan een deken, staat niet persé bovenaan op mijn bucket list.

De gastvrijheid van Laos

Maar dan komt er een pick-uptruck aangereden vol kinderen. Wat ze hier doen is een raadsel, maar we mogen in de achterbak mee liften en staan binnen no-time in de drukste straat van Huay Xai. De groep wil buiten nog even met ons op de foto en zo bedanken we onze redders in nood voor de gastvrijheid. Door Laos backpacken begint al goed! Hier in dit kleine plaatsje langs de Mekong-rivier, nemen we een zogenaamde slowboat door het noorden van Laos naar de meest heilige plaats Luang Prabang.

Mocht je trouwens in Laos de Gibbon Experience willen doen, uitgeroepen door Lonely Planet tot meest waardevolle trektocht (overigens wel heel prijzig) dan is Huay Xai je startpunt.

Het hoogtepunt als je gaat backpacken in Laos, is de slowboat naar Luang Prabang
Onze reis over de Mekong was een onvergetelijk avontuur!

Backpacken in Laos per slowboat

Bij de naam ‘slowboat’ hebben ze niets overdreven.  Op oncomfortabele kleine bankjes kijk ik af en toe uit het raam of we niet achteruit aan het varen zijn. Over een afstand van nog geen tweehonderd kilometer doen we namelijk twee hele dagen! Het uitzicht en de hele entourage van de tocht maken een hoop goed; we worden getrakteerd op de mooiste plekken in Laos.

Tussen steile klippen en groene bergen slingert de Mekong rivier langs afgelegen dorpjes en schitterende natuur, waar lokale vissers zwaaien en kinderen spontaan van de rotsen duiken als we langs varen. De mensen leven hier afgelegen van de buitenwereld; onze slakkenboot geeft ons een inkijkje in deze bijzondere cultuur. Ook niet verkeerd: we zien onderweg olifanten uit de rivier drinken! Halverwege de tocht stoppen we in Pakbeng voor de overnachting.

Het slapende dorpje Pakbeng

Het is prachtig om te zien hoe het dorpje Pakbeng tot leven komt, zodra onze boot met geld, want zo is het natuurlijk, aan komt varen. Overdag ligt het hele dorp op zijn gat en ’s avonds gaan de lichtjes aan, de bars open en lokken de hoteleigenaren zoveel mogelijk toeristen. Als we door de hoofdstraat lopen worden we ‘aangevallen’; ze tetteren allerlei prijzen door elkaar heen en als we maar lang genoeg wachten worden die steeds lager. Zo slapen we voor een belachelijke vijf euro in een prachtige kamer. De romantiek bloeit op en tussen honderden gekleurde lampionnetjes eten we aan de oever van de machtige Mekong.

De tweede dag lijkt onze slowmotion-boat nog wel langzamer dan de eerste. Zelfs oude opaatjes in vissersbootjes halen ons vaak erg makkelijk in. Pas ’s avonds laat komen we aan in de beloofde heilige stad, Luang Prabang, met een houten reet waar je een kaasplankje op kunt snijden.

Tijdens backpacken in Laos, zie je overal olifanten rondlopen!
Een olifant langs de waterkant is niets om van op te kijken in Laos!

De parel van Zuidoost-Azië: Luang Prabang

Vientiane is de hoofdstad van Laos, maar Luang Prabang is dé place-to-be. We lopen langs het water naar de straat waar de knusse en spotgoedkope guesthouses zich bevinden. Zo op de bonnefooi is er altijd wel een kamer vrij en kunnen we een goede deal krijgen. We droppen de spullen, schuiven zo snel mogelijk een ‘flie lice’ naar binnen en duiken meteen het bescheiden nachtleven van Luang Prabang in. Daar is haast bij geboden, want in Laos geldt een avondklok. Zelfs de populaire hang-out Utopia, waar we in een grote tuin met allerlei lounges en sfeerverlichting een paar heerlijke Bier Laos drinken, sluit om half twaalf de deur.

Een potje bowlen bij de Maffia

Dus wat doe je als je rond half twaalf nog niet je alcoholpercentage op peil hebt? Lijkt me simpel toch? Dan MOET je gewoon even gaan bowlen. Zo bizar als het klinkt, is het ook: we stappen met een paar nieuwe vrienden in één van de speciale bowling-tuktuk’s, worden een stukje buiten het centrum naar een hypermoderne bowlingbaan gebracht en opeens zijn we in Europa. Het enige verschil is dat je hier geen vieze tweedehands zweetschoentjes aantrekt, maar gewoon je geboorteschoentjes: je blote voeten.

Het bowlen is natuurlijk bijzaak, want een fles whisky heb je al voor drie euro! Op elke baan zien we de toeristen stomdronken over de baan heen zwalken. Er wordt meer goot dan kegel geraakt, terwijl ze achter de schermen druk bezig zijn met de witte was. En dan niet met de vernieuwde formule van Witte Reus. Nee, deze Bowlingbaan wordt beheert door Laotiaanse maffia. Stiekem een beetje fout, maar toch wel een must-do!

Wanneer je gaat backpacken in Laos is Kuang Si de plek waar je wil zwemmen!
Dit blijft voor mij één van de mooiste plekken waar ik ooit ben geweest.

Zwemmen in de mooiste waterval ter wereld

In de buurt van LP ligt een tropisch zwemparadijs: de waterval Kuang Si. Vier jaar geleden was ik al eens gaan backpacken in Laos; in de tussentijd is geen enkele andere waterval ook maar in de buurt gekomen van de titel ‘mooiste ter wereld’. Natuurlijk, een jaar later was ik in Iguazu, Argentinië; groots, machtig en waanzinnig mooi, maar een duik in Kuang Si is een duik in het paradijs van Adam en Eva. Daar kan echt niets aan tippen.

Suus en ik stappen op de moto-bike, de leukste en goedkoopste optie! Voor zo’n zestig duizend kippetjes, een euro of zeven, rijden we door een landschap dat sowieso al de moeite waard is. We komen nauwelijks iemand tegen en moeten zo nu en dan stoppen voor een grote kudde overstekende Bantengs. Goed uitkijken, want die buffels krijg je maar moeilijk van je windscherm af als je er met honderd tegenaan klapt.

Een duik in Kuang Si vergeet je nooit meer!

De waterval overtreft nog altijd mijn stoutste dromen. Het water is zo helder en turquoise-blauw dat je echt je ogen niet kunt geloven. Zonder overdrijven is dit wat Suus zei: ‘dit is misschien wel het mooiste dat ik ooit heb gezien!’. Natuurlijk was ik eerst een beetje beledigd, maar ze heeft helemaal gelijk. We zwemmen in alle lagen van de waterval, maken duizend foto’s en hebben uiteindelijk zelfs het rijk voor ons alleen!

Op de terugweg komen we langs het opvangcentrum van de zonneberen, de kleinste berensoort ter wereld en de enige die voorkomt in Zuidoost-Azië. Vanaf verschillende loopbruggen kunnen we ze van heel dichtbij zien; prachtige beesten!

Backpacken Laos, de wonderschone natuur is uitnodigend!

Je bent een Phousi als je de berg niet op gaat

Ver buiten het bereik van de verkoelende waterval is het in Luang Prabang bloedheet. We zien dat de monniken het zwaar hebben als we een aantal kloosters bezoeken. Zelfs hun luchtige oranje gewaden zijn niet gemaakt voor deze temperaturen. Toch is deze stad hét hoogtepunt tijdens het backpacken door Laos. De stad is met een gouden zonnetje op zijn mooist. Dus al is het zo’n veertig graden en lijkt het bijna zelfmoord om überhaupt je voeten op te tillen: wij klimmen een stukje naar het mooiste uitkijkpunt.

Midden in Luang Prabang ligt een heilige berg, met een naam die geschreven niet eens zo raar is, maar uitgesproken wel: Mount Phousi. Van de voet tot aan de top lopen we langs kloosters, tempels en Boeddha-relikwieën. Maar het mooiste is het uitzicht. Vanaf een gouden stupa op de top van de berg kijken we uit over de groene vallei waarin de stad ligt: een plaatje dat ik nergens anders mee kan vergelijken. Zo uniek is de sfeer van deze stad!

Overheerlijke baguettes!

Met een nat shirt alsof we de marathon hebben gelopen, wandelen we rond in de stad, bezoeken nog een paar tempels en lopen over de beroemde bamboebrug, over de rivier Nam Kha. Eten doen we drie keer per dag bij een lokale baguette-verkoper, de ideale toevoeging aan het straatbeeld. Dankzij de koloniale tijd zijn er veel Franse invloeden, waardoor een stokbroodje La-Vache-Qui-Rit zelfs tot de mogelijkheden behoort. Daar drink je dan meestal een fruit shake bij, want in Luang Prabang kan het één niet zonder het ander. Elk kraampje (soms wel 30 op een rij) heeft een stapel baguettes, een bak fruit en een blender.

Backpacken Laos, een letterlijk hoogtepunt op Mount Phousi.
De wandeling naar de top van de berg Phoesi is een MUST-DO.

Na een wandeling over de Night Market nemen we op gepaste wijze afscheid van Laos. Mijn laatste tip voor een unieke ervaring: de Laotiaanse barbecue. Voor een paar euro per persoon ligt de tafel vol met vlees en groenten; in een grote pan met een soort omgekeerd vergiet in het midden, maak je zelf het eten klaar. Leuk om te doen en ook nog eens erg lekker! We eten voor een prikkie onze buikjes rond en moeten er helaas weer vandoor.

Wordt vervolgd…

Het liefst zouden we langer backpacken door Laos, maar onze reis gaat verder. Mocht je meer tijd hebben, dan kun je naar Vang Vieng voor het fenomeen ’tubing’ op de Nam Song Rivier. In dit geval kun je een enkeltje Luang Prabang Vang Vieng doen per bus in vijf uurtjes. Ook kun je naar Don Det en de 4000 islands, ook wel Si Phan Don genoemd, in het zuiden van Loas. Ik raad echter wel aan om dan te vliegen naar Pakse, omdat de wegen slecht zijn en ontzettend lang duren.

Na het backpacken in Laos gaan wij iets unieks doen, waarover hier meer: backpacken in de Malediven!

Backpacken Laos barbecue garnalen op de Laos wijze.
Zonder echte Laotiaanse barbecue heb je Laos niet geproefd!
Theme developed by TouchSize - Premium WordPress Themes and Websites