Nieuw-Zeeland: Backpacken bij de Maori

Onze road trip door Nieuw-Zeeland is inmiddels al ver gevorderd. Na de start in wereldstad Auckland, de zoektocht naar dolfijnen in het noorden, het sprookjesachtige landschap van Disney’s Narnia en een zelfgemaakte jacuzzi op een stormachtig strand, reden we langs de oostkust naar het sfeervolle Mount Maunganui. Voor slechts vijftien euro per dag blijkt onze auto, met de toepasselijke naam El Cheapo, dé oplossing om hier te kunnen backpacken en alle uithoeken van Nieuw-Zeeland te zien. Nu zijn we aangekomen in het midden van het noordelijke eiland, waar de mooiste en meest bijzondere plekken te vinden zijn. De next stop is namelijk Rotorua, de meest unieke en typerende regio van het land. Langs vulkanen, geisers, zwavelvelden, gekleurde meren en bizarre natuurverschijnselen reizen we vervolgens naar een wereldberoemde hiking route door een buitenaards landschap in Tangariro.

Wil je ook op de hoogte blijven van elke nieuwe video die uitkomt? Bekijk steeds de nieuwste aflevering van Wout of the World en abonneer je via deze link op mijn YouTube kanaal!

Liet jij nou een scheetje of was het een geiser?

Zoals wel vaker verblijven we op een camping in een klein chalet; een goedkope maar zeker niet onaangename optie als je gaat backpacken in Nieuw-Zeeland. Overal in het land kom je de Holiday Parks tegen en een simpel huisje met keukentje kost zo’n dertig euro per nacht. We zitten voor een duppie op de eerste rij; als ik struikel over de drempel lig ik zo ongeveer in de grootste geiser van het zuidelijk halfrond. We verblijven namelijk aan de rand van het geothermische park Te Puia en ik kan je zeggen, dat ruik je. De geur van rotte eieren is vrij dominant aanwezig. Of we nu in de auto zitten of aan de ontbijttafel, Suus vraagt de hele tijd: ‘Wout ben jij dit?’, maar nee, dit keer kan ze mij de schuld niet geven. Ik moet wel heel raar gegeten hebben, wil ik Rotorua’s geur kunnen evenaren. Daar zou ik als man echt nog best trots op zijn, maar dat even daar gelaten.

De grootste geiser Potuhu kan een hoogte bereiken van wel dertig meter en is dé sensatie van Te Puia. Verder zijn er kokende modderpoelen, stomende zwavelvelden en kunnen we zowaar kiwi’s bewonderen! Dit keer bedoel ik daarmee niet de trotse inwoners van dit land en ook die groene glibberdingen met een bruin velletje hadden we al wel zien liggen in de supermarkt; nee, ik bedoel de bijna uitgestorven nationale vogel van Nieuw-Zeeland. In een donker hol zien Suus en ik een soort vlooienbal rondrennen op twee satéprikkers, kijken elkaar verbaasd aan en vragen tegelijk: ‘was dat hem?’. En dat moet wel de meest voorkomende reactie zijn bij het zien van een kiwi; hij doet niet veel, rent wat rond in het donker en als je hem gezien hebt kun je weer rustig verder gaan met je leven.

Backpacken in Nieuw-Zeeland kan soms een beetje stinken: Te Puia
De geisers van Te Puia kun en mag je niet missen tijdens het backpacken door Nieuw-Zeeland; je ruikt ze namelijk vanzelf!

Van een duik in de Maori cultuur naar een duik in een dampend stinkbad

Naast de natuurlijke wonderen heeft Te Puia nog een tweede functie. Het is ook hét culturele centrum om te leren over de Maori, de inheemse bevolking van Nieuw-Zeeland. We bezoeken een reconstructie van een traditioneel Maori dorp en een culturele voorstelling. Vooral de Haka, het uitdagen van de vijand voorafgaand aan een gevecht, is leuk om te zien. Het werkt ook aanstekelijk; ik kreeg spontaan zin om heel de dag naar mensen te schreeuwen en gekke bekken te trekken. Dus dat deed ik, maar ik kreeg er een stuk minder applaus voor. Ze keken eerder alsof ik gek was..

De Maori maken het Noordelijke eiland van Nieuw-Zeeland de moeite waard om te gaan backpacken.
Een bezoekje aan de Maori is een leuke ervaring, met name het zien van een authentieke Haka!

Buiten de gebaande baden ehh.. paden!

Als je gewend bent aan de stank van rotte eieren ben je toe aan de volgende stap: we geven ons helemaal over aan de natuurlijke scheetlucht in een waterbron vol mineralen. Dat schijnt gezond te zijn en kan hier zo’n beetje overal: in een viersterren-hotel, in een toeristische attractie in de stad of back-to-basic ergens in een slootje diep in Maori grondgebied, waar je maar moet hopen dat je auto niet leeg wordt geroofd. Wij kiezen voor de optimale reiservaring en gaan uiteraard voor deurtje nummer drie. Op aanraden van onze reisvriend Willi, bij wie we in Auckland verbleven en die zelf uit Rotorua komt, bezoeken we Soda Springs, een bruine dampende rioolput op het platteland. Hij gaf ons nog mee: ‘it looks dirty, but that’s just nature’. En hij heeft gelijk, drijvende stukken stront horen nou eenmaal bij de natuur.

Als we aankomen bij de Soda Springs willen we liefst onze neus eraf hakken en vragen we ons af of er hier ooit een toerist in een straal van tien kilometer is geweest. Twee Maori’s van een kilootje of tweehonderd zijn dan ook onze enige badgenoten. Niets aan de hele setting lijkt gezond, maar we geven ons eraan over. Het is in ieder geval lekker warm. Ergens in de hoek van dit jungle-moeras zien we het water borrelen en als we dichterbij komen worden we bijna in onze eigen soep gaargekookt. Als we het gevoel hebben dat we die paar Nieuw-Zeelandse Dollar er wel uit hebben, rennen we snel terug naar de auto, want de vliegen kunnen geen genoeg van ons krijgen. Maar wel een hele authentieke ervaring, dat wel! Ga je backpacken in Nieuw-Zeeland, wijk dan zeker van de gebaande paden af.

Het lijkt wel gephotoshopt: het kleurrijke Wai-O-Tapu

Als we het hebben over bizarre creaties van de natuur, is het wonderland Wai-O-Tapu de overtreffende trap. Nergens ter wereld vind je een landschap met meer kleuren dan hier. In een wandeling van zo’n drie uurtjes vallen we van de ene verbazing in de andere. ‘The Devil’s Bath’ is gevuld met dik gifgroen water, dat meer lijkt op een soort Yogho Yogho met kiwi-smaak. Een stukje verderop zien we de ‘Champagne Pool’, een groot groen meer met oranje aan de randen, waar het water permanent kookt. Om het nog gekker te maken zien we daarna nog ‘The Artist Palette’, waar het net lijkt alsof er een kleuterklas met vingerverf aan de slag is geweest. Het water heeft alle kleuren van de regenboog en doet gewoon pijn aan onze ogen!

Niet voor niets is dit gebied al vaker uitgeroepen tot het meest bizarre stukje natuur op aarde. Overal om je heen zie je dat de aarde leeft: alles beweegt en verandert de hele tijd. Een wereldwijde must-see attractie als je het mij vraagt.

Voel je een dwerg tussen de reuzen: Redwood Forest

De laatste dag in Rotorua besteden we aan het Redwood Forest, een fantastisch mooi bos met Californische Redwoods: gigantische roodbruine reuzen van bomen. We wilden het rustig aan doen en een paar kilometer lopen, maar als we eenmaal onderweg zijn wandelen we naar het eindpunt ‘Green Lake’ en hebben we er toch weet zo’n twintig kilometer op zitten.
Vandaar dat we nu echt even een rustdag inlassen en die besteden we aan Lake Taupo, het grootste meer van het land en een ideale plek om even tot rust te komen. De stilte voor de storm, want de dag erna wacht de grootste beproeving!

The Champagne Pool is het hoogtepunt van Wai-O-Tapu; het kleurrijke hoogtepunt als je gaat backpacken in Nieuw-Zeeland.

Het hoogtepunt van backpacken in Nieuw-Zeeland: de Tongariro Alpine Crossing

Nieuw-Zeeland’s noordelijke eiland heeft niet het woeste onherbergzame landschap dat het zuidelijke eiland kenmerkt. Nee, hier zijn het vooral de vulkanische natuurverschijnselen en de culturele attracties die de toeristen trekken. Toch is er één plaats die juist uniek is voor dit eiland en wereldwijd bekend staat als een fantastische ervaring: de Tongariro Alpine Crossing, bij de kiwi’s gewoon bekend als ’the crossing’. Kort gezegd doorkruist deze hike van een uur of negen het hoogste gebergte van het eiland, dwars door een aantal vulkaankraters. De uitzichten onderweg zijn bizar, als een maanlandschap met een paar fel gekleurde meren.

Een goede voorbereiding is het halve werk?

Hier had ik al weken naar uitgekeken, foto’s opgezocht en verhalen gelezen; je zou dus kunnen denken dat Suus en ik beslagen ten ijs komen. Maar niets is minder waar. We hebben onze winterkleding in Vietnam via een waslijntje aan de derde wereld gedoneerd en sindsdien heb ik mijn zwembroek alleen uitgedaan als ik ging slapen. En zelfs dat niet altijd. Als we op de vooravond van de hike aan de hoteleigenaar vragen wat we nodig zullen hebben, reageert hij nuchter: ‘just bring good hiking shoes, some warm clothes and waterproof jackets, you’ll be fine’. Als ik hem vertel dat mijn langste broek nog net mijn boxershort verbergt, mijn dikste vest ongeveer zo waterdicht is als een theezakje en mijn Asics schoenen een soort sokken zijn met een stukje piepschuim eronder, verspringt zijn gezicht en zegt hij alleen: ‘good luck’.

Een beetje ‘underdressed’

Op de dag van de waarheid pakken we rond zeven uur de bus en zien we de buschauffeuse ook meteen onze kleding inspecteren. Vervolgens stappen er een stuk of twintig doorgewinterde hikers de bus in, alsof ze naar een feestje gaan met dresscode Après-ski. Koppels met matchende fleece jasjes, regenpakken, zweetbandjes, afritsbroeken en we zagen door de nordic walking sticks het bos niet meer. Ik dacht ook even dat ik in de etalage van de Beversport zat, totdat de bus begon te rijden. Maar goed, we komen bij het startpunt van de hike en ondanks wat bewolking is het in ieder geval droog.

Een groot bord aan het begin van de hike herinnert ons aan de zware omstandigheden en somt nog even wat verplichte attributen op; één van de tien benodigdheden kunnen we afvinken en dat is ‘een goede conditie’. Daar moeten we het maar mee doen vandaag!
Het eerste stuk van de hike is redelijk recht toe recht aan. We halen vooral veel oudere mensen in, die dan puur uit jaloezie dingen zeggen als: ‘it’s not a race’. Vervolgens zie je die mannen dan een tandje bij schakelen om je bij te houden en zelfs in te halen; hun vrouwen daar twintig meter achter, maar ‘it’s not a race!’. Als we bij de Devil’s Staircase aankomen, de steilste klim naar de eerste vulkaankrater, breekt de zon langzaam door. Het ziet er naar uit dat we vandaag niet zullen doodvriezen op de top van een vulkaan; iets wat toch al niet bovenaan mijn bucket list stond.

Onbeschrijfelijk mooie natuur

Vanaf de rode krater, het hoogste punt op zo’n tweeduizend meter, is het landschap te bizar voor woorden. Zo ver als we kunnen kijken lijkt het wel een andere planeet vol vulkanen en kraters. Net aan de andere kant, als we weer naar beneden gaan, liggen de emerald lakes. Blauwe en groene meren die wel licht lijken te geven, zo fel. Waar om ons heen inmiddels iedereen zijn dikke Mount Everest-uitrusting uit begint te trekken en op een vuurtje havermoutpap begint op te warmen, chillen wij in onze korte broekjes met een boterhammetje pindakaas. Het uitzicht over de meren zal ik nooit meer vergeten. En ik denk ook niet dat een boterham met pindakaas ooit nog zo lekker zal smaken.

Als eerste van onze groep, uiteraard, komen we aan bij het eindpunt van de route. We moeten zelfs nog uren wachten tot de laatste outdoor-etalagepop met trillende nordic walking stickjes over de eindstreep komt slenteren. Ja, de mensen kijken net ietsje anders naar ons op de terugweg! Wij bleken het beste voorbereid van iedereen; op een heerlijke zonnige dag. Met stip op nummer één tijdens de reis door Nieuw-Zeeland; wat een fantastische ervaring, die wat mij betreft elke reiziger een keer moet hebben gedaan: The Crossing!

Niet iedereen die gaat backpacken door Nieuw-Zeeland is er tegenop gewassen, maar wat mij betreft is The Crossing een MUST-DO!

Wordt vervolgd..

Het avontuurlijke backpacken door Nieuw-Zeeland eindigt voor ons in de hoofdstad Wellington. Tot die tijd maken we nog een tourtje langs de westkust van het eiland, naar de vulkaan Taranaki en de coole stad New-Plymouth. We kunnen nog geen genoeg krijgen van dit unieke en ronduit bizarre land, maar aan de overkant van de oceaan wacht de volgende uitdaging ook al op ons: Australië. De wereldreis gaat door!

Snel verder lezen doe je hier!

Theme developed by TouchSize - Premium WordPress Themes and Websites